Accountancy

Welke regels gelden bij een fiets van de zaak in 2021?

Met de nieuwe fiets van de zaak regeling is de administratieve last een stuk eenvoudiger geworden. Dankzij het vast bijtellingspercentage van 7% hoeft een fietser niet meer bij te houden wat privé of zakelijk wordt gefietst. In dit artikel leggen we uit wat de verschillende mogelijkheden bij een fiets van de zaak in 2021 zijn, zowel voor een werknemer als voor een zelfstandig ondernemer.

Bijtelling voor de ter beschikking gestelde fiets
Stelt een werkgever een fiets ter beschikking die ook privé gebruikt mag worden? Dan geldt voor de bijtelling een forfait van 7% van de consumentenadviesprijs. Het gaat dan om een fiets die eigendom blijft van de werkgever of die door de werkgever wordt geleaset. Gebruikt een werknemer de fiets voor woon-werkverkeer of voor zakelijke ritten? Dan is er bij deze fietsritten geen sprake meer van een onbelaste reiskostenvergoeding. De werknemer gebruikt dan namelijk geen privévervoermiddel.

Verstrekt een werkgever een fiets aan de werknemer of worden de kosten van een privéfiets vergoed? Dan is de fiets eigendom van de werknemer. Deze verstrekking of vergoeding is dan belast loon. De fiets kan naar keuze van de werkgever belastingvrij verstrekt worden wanneer er nog ‘vrije ruimte’ beschikbaar is binnen de werkkostenregeling voor de werkgever. Is die ruimte er niet meer? Dan geldt een eindheffing van 80%, maar de fiets kan dan ook als belast brutoloon van de werknemer verwerkt worden. 

Geen bijtelling bij verstrekken of vergoeden
De bijtelling voor privégebruik geldt niet als de fiets verstrekt wordt of als de kosten van een privéfiets vergoed worden. De werknemer gebruikt namelijk zijn eigen fiets voor de zakelijke ritten en het woon-werkverkeer. Hiervoor is een onbelaste reiskostenvergoeding van € 0,19 per kilometer wél mogelijk. Gebruikt een werknemer de (deel)bedrijfsfiets alleen voor zakelijke ritten en wordt de fiets niet mee naar huis genomen? Dan geldt de bijtelling niet. 

Cafetariaregeling 
Ook als de werkgever een fiets ter beschikking stelt, kunnen werkgever en werknemer samen kiezen voor een cafetariaregeling. De werknemer levert dan brutoloon in en krijgt in ruil daarvoor de fiets ter beschikking gesteld. Fiscaal levert dat een besparing op, omdat de werknemer voor de fiets alleen belast wordt met de 7% bijtelling. Voor een cafetariaregeling gelden specifieke eisen, waarbij wordt gekeken of dit reële afspraken zijn.

Een werkgever kan de bijtelling voor de fiets onder de werkkostenregeling laten vallen. Dat kan voordelig zijn als er nog ‘vrije ruimte’ beschikbaar is die nog niet is ingevuld met andere secundaire arbeidsvoorwaarden. De medewerker krijgt dan op zijn loonstrook geen inhouding meer voor de loonheffing over de bijtelling van zijn fiets.

Type fiets en waarde voor de bijtelling
De regeling geldt voor fietsen, elektrische fietsen, speed pedelecs (formeel een bromfiets) en racefietsen of mountainbikes. Voor de waarde wordt de in Nederland door de fabrikant of importeur publiekelijk kenbaar gemaakte consumentenadviesprijs gehanteerd. Deze waarde geldt zowel voor een nieuwe fiets als voor een gebruikte fiets.

Ook voor ondernemers
De bijtelling van 7% voor een fiets van de zaak geldt ook voor zelfstandig ondernemers. De bijtelling wordt dan bij de winst opgeteld.

Omzetbelasting bij een fiets van de zaak
Het gebruik van een fiets van de zaak kan voor woon-werkverkeer indirect ook van belang zijn voor de btw-aftrek op de fiets. De btw op de aankoop of de leasetermijnen is tot maximaal € 130 aftrekbaar als:

  • De werkgever in het lopende kalenderjaar en de twee jaren daarvoor geen fiets voor deze werknemer heeft verstrekt of geleaset of ter beschikking heeft gesteld;
  • De werknemer de fiets ook privé mag gebruiken en 
  • De werkgever naast de fiets voor maximaal de helft van de reisdagen voorziet in een andere vergoeding of voorziening voor het woon-werkverkeer van de werknemer.

Concreet houdt dit in dat er geen btw-aftrek mogelijk is wanneer een medewerker naast de fiets ook een auto van de zaak heeft. De btw-aftrek is wel mogelijk wanneer een medewerker alle dagen fietsend naar het werk komt en geen reiskostenvergoeding ontvangt.

Eigen bijdrage om fiets privé te gebruiken
Een werknemer kan de kosten van de fiets betalen als een vergoeding voor privégebruik. In dat geval is er geen sprake van fiscaal loon in natura. Het is dan belangrijk dat de werkgever de bijdrage van de werknemer juridisch en administratief de vorm geeft van een vergoeding voor privégebruik. Dit moet verwerkt worden via de loonstrook.

Betaalt de werknemer een eigen bijdrage voor de ter beschikking gestelde fiets? Dan is die bijdrage belast met btw. Voor de btw-aftrek van maximaal € 130 moet vervolgens worden beoordeeld of de inkoopprijs minus de eigen bijdrage hoger of lager is dan € 749 inclusief btw. Is het saldo niet hoger dan € 749 inclusief btw? Dan komt de voor de inkoop/lease van de fiets aan de ondernemer in rekening gebrachte btw volledig voor aftrek in aanmerking. Wanneer de inkoopprijs of het totaal van de leasetermijnen na aftrek van de eigen bijdrage van de werknemer hoger is dan € 749 inclusief btw, dan is de aftrek van btw uitgesloten voor het bedrag dat uitkomt boven € 130.

Investeringsaftrek en KIA
Bij koop of financial lease van een fiets van de zaak komt de ter beschikking gestelde fiets of e-bike in aanmerking voor kleinschaligheidsinvesteringsaftrek. Bij operational lease geldt deze aftrek niet. Daarnaast kan op specifieke fietsen, zoals bepaalde typen elektrische cargofietsen en elektrische bakfietsen, de milieu-investeringsaftrek (MIA) van toepassing zijn. Die investeringsaftrek geldt ook bij operational lease, waarbij de leasemaatschappij de aftrek toepast.

Elektrische bakfiets 
Deze komt in aanmerking voor 36% MIA en voor 75% willekeurige afschrijving als deze wordt gebruikt voor het bezorgen van postpakketten of boodschappen of het gescheiden inzamelen van bedrijfsafval. De bakfiets:

  • Heeft ten minste drie wielen 
  • Heeft een voorziening voor het vervoeren van ladingen 
  • Is voorzien van elektrische trapondersteuning en
  • De aanschafwaarde bedraagt ten minste € 3.000 bedraagt.

De MIA geldt ook voor een eventuele aanhangwagen, wisselaccu en oplaadstation.

Elektrische brom- of snorfiets en speed pedelecs
Deze komt voor de helft van de investering in aanmerking voor 13,5% MIA en voor 75% willekeurige afschrijving. 

Heeft u een vraag?

Vul onderstaand formulier in