Heeft u een vraag?
Vul onderstaand formulier in
Het jaar 2026 komt snel dichterbij. Welke acties kunt u in 2025 nog nemen om optimaal te profiteren van fiscale mogelijkheden? En welke zou u beter kunnen uitstellen? Fiscalist Cornald Heijligers heeft in dit artikel de belangrijkste eindejaarstips voor u samengevat.
Dividend uitkeren
Vanaf 1 januari 2026 blijft het hoge box 2-tarief voor dividenduitkeringen ongewijzigd: 31 procent. Dit tarief geldt bij een inkomen vanaf € 68.843 (€ 137.686 bij fiscaal partnerschap). Ook het lage tarief van 24,5 procent (tot die inkomensgrens) blijft gelijk aan 2025.
Overweegt u een dividenduitkering die hoger is dan de eerste schijf? Dan kan het voordelig zijn deze te spreiden over 2025 en 2026. Zo maakt u tweemaal gebruik van het lage tarief. Houd er wel rekening mee dat dividenduitkeringen sinds 2025 invloed kunnen hebben op de hoogte van de algemene heffingskorting en de ouderenkorting.
Verbreking van een fiscale eenheid
In 2026 bedraagt het vennootschapsbelastingtarief 19 procent over de eerste € 200.000 winst en 25,8 procent over het meerdere. Door een fiscale eenheid (voor de Vpb) te verbreken of een vennootschap te splitsen, kunt u mogelijk meerdere keren profiteren van de lage schijf, mits de gezamenlijke winst boven € 200.000 uitkomt.
Laat hierbij wel zorgvuldig controleren of verbreking of splitsing mogelijk is zonder directe belastingheffing. De haalbaarheid hangt namelijk sterk af van uw specifieke situatie. Wilt u per 1 januari 2026 een bv uit een fiscale eenheid ontvoegen? Dien dan uiterlijk 31 december 2025 uw verzoek in bij de Belastingdienst.
Schenkingen: benut (jaarlijkse) vrijstellingen en tarieven
Door tijdig te schenken verlaagt u uw vermogen en benut u optimaal de vrijstellingen en progressieve tarieven van de schenkbelasting. In 2025 kunt u:
Daarnaast geldt voor kinderen tot 40 jaar een eenmalige verhoogde vrijstelling van € 32.195 (onder voorwaarden). Wilt u meer schenken? Dat is tot € 154.197 belast tegen 10 procent (partner/kind), 18 procent (kleinkind) of 30 procent (anderen). Boven dit bedrag gelden belastingtarieven van respectievelijk 20 procent, 36 procent en 40 procent.
Schenking via notariële schuldigerkenning
Een schenking via notariële schuldigerkenning kan de liquiditeitsdruk beperken. U schenkt een bedrag dat u eventueel weer als lening van de verkrijger terug leent. De schenker moet dan jaarlijks 6 procent rente betalen, die ook daadwerkelijk moet worden voldaan. Deze rente vormt een schenkbelastingvrije vermogensoverdracht.
Let wel: de jaarlijkse rentebetaling legt (levenslang) beslag op de liquiditeit van de schenker en kan in een latere levensfase zwaar wegen. De schuld geldt in box 3 als schuld voor de schenker en als vordering voor de verkrijger. Omdat schulden tegen een lager forfaitair percentage worden belast dan vorderingen, gaat de box 3-neutraliteit op familiebasis verloren. Toch kan deze vorm van schenken, mede door de besparing van erfbelasting, het beperkte liquiditeitsbeslag en de jaarlijkse rentebetalingen, interessant blijven.
Optimalisatie van uw box 3-positie
In box 3 kunt u uw inkomen op twee manieren bepalen: forfaitair of op basis van het werkelijke rendement (als dat lager is). De Hoge Raad heeft bevestigd dat het werkelijke rendement als uitgangspunt mag dienen. Hiervoor is een speciaal formulier beschikbaar bij de Belastingdienst.
Voor het belastingjaar 2020 kunt u tot eind 2025 nog een verzoek tot ambtshalve vermindering indienen. Uw vermogen op 1 januari 2026 bepaalt het forfaitaire rendement over 2026. Overweeg dus om nog in 2025 uw box 3-positie te optimaliseren, bijvoorbeeld door:
Bovenmatig lenen bij de eigen bv
Sinds 2023 ontmoedigt de wet bovenmatig lenen van de eigen BV. Heeft u op 31 december 2025 meer dan € 500.000 aan leningen uitstaan bij uw bv (inclusief leningen aan verbonden personen)? Dan bent u inkomstenbelasting in box 2 verschuldigd over het meerdere.
U kunt deze heffing voorkomen door uw schuld vóór het einde van het jaar terug te brengen tot € 500.000. Dit kan bovendien bijdragen aan een gezondere vermogenspositie in privé.
Optimaliseer uw (kleinschaligheids)investeringsaftrek (KIA)
Investeert u in bedrijfsmiddelen? Dan heeft u mogelijk recht op de KIA. In 2025 geldt:
De KIA is in 2025 het hoogst (28%) bij investeringen tussen € 2.901 en € 70.602. Tussen € 70.602 en € 130.744 bedraagt de aftrek een vast bedrag van € 19.769.
Let op het moment van verplichtingen aangaan (ondertekenen offerte, opdrachtbevestiging e.d.) dat spreiding over jaren fiscaal voordelig kan zijn. Om de aftrek in 2025 te kunnen benutten, moet het bedrijfsmiddel in gebruik zijn genomen of zijn aanbetaald. Anders schuift de aftrek (deels) door naar latere jaren. Houd bij aanbetalingen rekening met eventuele risico’s, zoals het faillissement van de leverancier.